Home » Artikelen » Zomer 2018: Warmste zomer in ten minste drie eeuwen

Zomer 2018: Warmste zomer in ten minste drie eeuwen

Met in De Bilt een gemiddelde temperatuur van 18,9 °C tegen normaal 17,0 °C, was het de warmste zomer sinds minimaal 1706. De voorheen warmste zomer was die van 2003 met een gemiddelde temperatuur van 18,6°C. Alle zomermaanden waren zeer warm, met als uitschieter juli die met 20,7°C de op twee na warmste juli was sinds 1901. De temperatuurafwijking ten opzichte van normaal was in het zuiden duidelijk groter dan aan de kust. Zo registreerden Beek bij Maastricht en Arcen een gemiddelde van 20,0°C, de hoogste gemiddelde temperatuur in de zomer gemeten in Nederland, tegen normaal 17,5°C resp. 17,4 °C. Hoek van Holland mat de kleinste afwijking: 18,3°C tegen normaal 17,2 °C (+1,1). Doordat de wind overwegend noordelijk was en van de relatief koele Noordzee kwam, was het aan de kust minder warm dan in het zuiden.

Temperatuur en weersverloop

Juni kende een afwisseling van langdurig zomers hogedrukweer en korte wisselvallige perioden met temperaturen rond of iets onder de normale waarden. Hierdoor was de maand gemiddeld met 17,5°C veel warmer dan de normale 15,6°C. De laagste temperatuur van deze zomer, 4,8°C werd op 23 juni in Westdorpe gemeten. Echte hitte kwam deze maand nog niet voor, de maximumtemperatuur kwam slecht sporadisch iets boven de tropische grens van 30 graden uit.
Vrijwel de gehele maand juli was het onder invloed van hogedrukgebieden zonnig zomerweer. De eerste helft van de maand was het nog gematigd warm met maximumtemperaturen die vaak rond 25 °C lagen, de tweede helft van de maand verliep extreem warm met op enkele dagen landinwaarts maxima boven de 35°C. Op 26 of 27 juli was het op veel KNMI-stations niet eerder zo warm. De landelijk hoogste temperatuur werd op 26 juli gemeten in Arcen, met 38,2°C lag deze slechts 0,4 °C onder de hoogst gemeten temperatuur ooit in Nederland (Warnsveld, 23 augustus 1944). Ook waren de minimumtemperatuur en etmaalgemiddelde temperatuur op 27 juli op veel plaatsen nog nooit zo hoog. Van 15 tot en met 27 juli was er sprake van een landelijke hittegolf (een aaneengesloten tijdvak in De Bilt van ten minste vijf zomerse dagen (maximumtemperatuur 25,0 °C of hoger) waarvan er minimaal drie tropisch zijn). De maandgemiddelde temperatuur kwam in juli uit op 20,7°C (normaal 17,9°C). Sinds 1901 waren slechts twee julimaanden nog warmer.
De eerste week van augustus zette de hitte van het einde van juli zich voort. De tweede landelijke hittegolf duurde van 29 juli t/m 7 augustus. In het zuiden en zuidoosten eindigde op 8 of 9 augustus een hittegolf die op 12 juli was begonnen, de langste regionale hittegolf ooit met ook de grootste warmteproductie.
Daarna werd het wisselvallig zomerweer met temperaturen rond normaal, de maxima lagen meest tussen 20 en 25°C, waarbij het in het zuidoosten nog regelmatig zomers warm werd. Alleen in de laatste week was het vaak duidelijk koeler: op 25 augustus werd het nergens warmer dan 20°C. Daarmee kwam er in De Bilt een einde aan een ononderbroken reeks van 60 dagen met een temperatuur van minimaal 20°C, een zo lange reeks was daar nog nooit voorgekomen. De gemiddelde temperatuur in augustus kwam met 18,5°C een graad hoger uit dan normaal (17,5°C).
In totaal werden in De Bilt 76 warme dagen (maximumtemperatuur 20,0°C of hoger), 37 zomerse en 8 tropische dagen gemeten, tegen respectievelijk 60, 21 en 4 normaal.

Neerslag

Met gemiddeld over het land 105 mm regen behoorde de zomer tot de droogste zomers van de afgelopen eeuw. Door het vaak buiige karakter van de neerslag waren de neerslagsommen grillig verdeeld over het land. De meeste neerslag viel in het noordwesten en noorden, plaatselijk ongeveer 170 mm, in het oosten viel plaatselijk niet meer dan circa 55 mm.
Juni was landelijk gemiddeld met 27 mm tegen 68 mm een zeer droge maand en eindigde daarmee in de top-10 van droogste junimaanden sinds 1906. Het droogst was het in 1962 met slechts 21 mm neerslag. Het droogst was het in het zuidwesten van het land, met op KNMI-station Vlissingen slechts 1 mm neerslag.
In juli viel slechts 11 mm tegen 78 mm normaal. Daarmee was het de droogste julimaand in ruim een eeuw. Alleen op 28 juli viel er op de meeste plaatsen enkele millimeters neerslag bij het passeren van een koufront, de rest van de maand was het of droog of viel er slechts heel lokaal wat regen of een (onweers)bui. Hupsel had met 23 dagen de minste droge dagen, De Bilt en nog een aantal stations hadden slechts twee dagen met neerslag.
Door de weinige regen en het vaak zonnige weer liep het landelijk gemiddeld neerslagtekort (neerslag minus potentiële referentiegewasverdamping) begin augustus op tot meer dan 300 mm. De herhalingstijd van een dergelijke tekort is ongeveer eens per 30 jaar.
In augustus viel landelijk gemiddeld 76 mm, het langjarig gemiddelde bedraagt voor die maand 78 mm. De meeste neerslag viel in de kustprovincies. Op sommige plaatsen in Noord-Holland en Friesland werd ruim 140 mm afgetapt. Vooral in het midden en oosten hield de droogte aan. Daar viel duidelijk minder neerslag dan het langjarige gemiddelde. Langs de oostgrens viel lokaal niet meer dan circa 45 mm. Aan het einde van de maand bedroeg het landelijke neerslagtekort nog steeds ruim 280 mm.
In totaal werden deze zomer zes dagen geteld met op ten minste één KNMI-neerslagstation 50 mm regen of meer. Het normale aantal bedraagt zeven. Op dergelijke dagen ontstaat vaak lokaal wateroverlast.

Zonneschijn

De zomer was zeer zonnig met gemiddeld over het land ruim 765 zonuren tegen 608 uren normaal. Het zonnigst was het in Voorschoten met 800 uur zon. Aan de noordkust was het juist het minst zonnig met in Lauwersoog 715 uur zon. Juni was een zonnige maand met 220 zonuren tegen normaal 201. Juli was met 335 uur (normaal 212 uur) de zonnigste maand sinds het begin van de waarnemingen. In augustus lag het aantal zonuren met 214 uur ook boven het normale aantal van 194.