Home » Artikelen » Lente 2019: Zacht, vrij droog en zeer zonnig

Lente 2019: Zacht, vrij droog en zeer zonnig

Een koele meimaand maakte een einde aan een lange, warme reeks.

Tekst Rob Sluijter. Knmi, Weer- en Klimaatdiensten

Temperatuur en weersverloop

Met een gemiddelde temperatuur van 10,2 °C tegen 9,5 °C normaal was de lente van 2019 zacht. Zowel maart als april waren zeer zacht, met resp. 8,0 °C en 10,9 °C tegen normaal 6,2 °C en 9,2 °C, maar de koele maand mei bracht het gemiddelde weer iets naar beneden met 11,7 °C tegen normaal 13,1 °C.

De maand maart kende een duidelijke tweedeling. De eerste achttien dagen was het onstuimig met regelmatig veel wind en neerslag. Een westelijke stroming zorgde voor aanvoer van de ene na de andere depressie vanaf de oceaan. Op 10 maart kwam het voor het eerst in ruim een jaar tot storm, met in Zeeland enige tijd windkracht negen. Uitzonderlijk waren de zeer zware windstoten zo ver in het binnenland, met in Ell windstoten tot 119 km/uur. De temperatuur bleef hierbij op de meeste dagen boven normaal. De eerste tien dagen van de maand lag de gemiddelde temperatuur zelfs ruim drie graden boven normaal. Vanaf de 19de kregen hogedrukgebieden boven onze omgeving de overhand. Het werd rustig weer, met slechts af en toe een zwakke storing. In heldere nachten kwam de temperatuur een enkele keer onder het vriespunt, verder bleven de temperaturen over het algemeen boven normaal. Het koudst werd het op 19 maart in Deelen: -4,5 °C, de laagste temperatuur deze lente.

Temperatuurverloop De Bilt, lente 2019

April werd gekenmerkt door een sterk wisselend weerbeeld, waarbij enkele koude dagen met (winterse) buien werden afgewisseld door zonnige perioden met zomers warme dagen. De maand begon zonnig en warm, op 2 april gevolgd door een actief koufront met in het zuiden enkele stevige onweersbuien. De dagen daarna verliepen licht wisselvallig. Vanaf 6 april kreeg ons land onder invloed van hogedruk boven Scandinavië te maken met een oostelijke stroming, waarmee geleidelijk zachtere lucht werd aangevoerd. Op 7 april steeg het kwik in een groot deel van het land tot 20 °C of meer, waarmee op veel plaatsen, waaronder De Bilt, de eerste warme dag van het jaar een feit was. Vanaf 9 april werd de stroming meer noordoostelijk en werd er geleidelijk koudere lucht aangevoerd. Ook overdag was het koud voor de tijd van het jaar en bleef het kwik op 12 en 13 april op de meeste plaatsen beneden de 10 °C steken. Op de 13de vielen er lokaal winterse buien, met vooral in het noorden en oosten ook (natte) sneeuw. Halverwege de maand werd de stroming meer zuidoostelijk. Dit was het begin van een lange periode met overwegend droog, zonnig en warm weer. Van 18 tot 24 april lagen de maximumtemperaturen bijna overal dagelijks boven de 20 °C en waren er vooral in het zuiden elke dag stations die een zomerse dag registreerden (maximumtemperatuur van 25 °C of meer). In de Bilt kwam het net niet tot een zomerse dag, hetgeen normaal is voor de maand april. Op veel plaatsen in het zuiden en oosten kwam het echter wel tot zomerse dagen; Eindhoven & Arcen registreerden zelfs vijf zomerse dagen.

Met de koele meimaand kwam een einde aan een lange reeks van maanden met een bovengemiddelde temperatuur. De laatste keer dat de gemiddelde maandtemperatuur onder normaal kwam was in maart 2018. De eerste tien dagen van mei waren koel en licht wisselvallig onder invloed van een noordelijke stroming. De temperatuur kwam hierbij in het oosten van het land ’s nachts op meerdere dagen onder het vriespunt. In de nacht van 7 mei werd het in Eelde -1,6 °C. Dichtbij de grond, op 10 cm hoogte, koelde het zelfs af naar -6,6 °C.
Vanaf 11 mei kwam het weer onder invloed van hogedrukgebieden en werd het droog en zonnig weer. De noord- tot noordoostelijke wind zorgde er echter voor dat de temperatuur niet veel opliep. ’s Nachts kon het in de heldere nachten ook nog steeds flink afkoelen. De laagste temperatuur deze maand, -1,9°C, werd op 13 mei gemeten in Hupsel.

Vanaf 16 mei werd het iets wisselvalliger en minder zonnig, maar namen de temperaturen geleidelijk toe. Op 18 mei kwam de temperatuur voor het eerst deze maand in De Bilt boven de 20 °C, een warme dag. 19 mei was de warmste dag van de maand. In Hupsel in het oosten van het land werd het 25,4°C. Het contrast binnen het land was echter groot. Aan de kust, waar lage bewolking van zee het land op dreef, werd het die dag niet warmer dan een graad of dertien. In het oosten van het land werd de dag afgesloten met fikse onweerbuien. Daarna was het opnieuw een aantal dagen nagenoeg droog. Vanaf 26 mei werd het opnieuw wisselvalliger, met temperaturen die de meeste dagen onder normaal lagen. Pas de laatste twee dagen van de maand liep de temperatuur weer op.

De lente telde in totaal vijf vorstdagen (minimumtemperatuur onder 0,0 °C), tegen twaalf normaal. Het aantal warme dagen (maximumtemperatuur 20 °C of hoger) lag met zestien iets boven het langjarig gemiddelde van veertien. De lente telde in De Bilt geen zomerse dagen, normaal zijn dit er vier.

Neerslag

De lente was aan de droge kant met gemiddeld over het land 154 mm neerslag tegen een langjarig gemiddelde van 172 mm. Maart was een natte maand met gemiddeld over het land 94 mm tegen normaal 68 mm. April en mei waren vrij droog, met resp. 27 en 33 mm neerslag tegen 44 en 61 mm normaal. Het grootste deel van de neerslag, ca. 90 mm, viel in de eerste helft van maart. De meeste neerslag viel in het noordoosten van het land, ca. 185 mm. Het droogst was het in het zuiden van het land met lokaal slechts 105-110 mm neerslag. In De Bilt viel 181 mm tegen 171 mm normaal.

Hoeveelheid neerslag, De Bilt, lente 2019

Zonneschijn

Met over het land gemiddeld 593 uren zon tegen 517 uur normaal was de lente zeer zonnig. Dit is vooral te danken aan april, dat met 241 uur tegen 179 uur zeer zonnig was. De Bilt was die maand met 247 uur zon tegen 174 uur normaal goed voor een vierde plek in de lijst zonnigste aprilmaanden. Maart had ongeveer de gebruikelijke hoeveelheid zon met 129 uur en mei was iets zonniger met 223 uren zon tegen 213 uur normaal. Het zonnigst was het zoals gebruikelijk in het voorjaar langs de kust met in De Kooy bij Den Helder 647 uren zon. Het somberst was het in het zuidoosten van het land met in Arcen 521 uren zon. In De Bilt scheen de zon 586 uur tegen 502 uur normaal.

Aantal uren zonneschijn, De Bilt, lente 2019

Deze column verscheen eerder in Het Weer Magazine nr 3/4 | juli-september 2019

Geen weerfeiten en weetjes missen? Word dan abonnee en ontvang Het Weer Magazine thuis!