
El Niño en La Niña: zo beïnvloeden ze ons weer in voorjaar en zomer
El Niño en La Niña zijn begrippen die we vaak horen in weerberichten en klimaatprognoses, maar wat betekenen ze eigenlijk? En wat merk je ervan in Nederland? In dit artikel leggen we uit wat deze weerfenomenen zijn, hoe ze ontstaan en welke invloed ze kunnen hebben op het Nederlandse weer in het voorjaar en de zomer.
Wat zijn El Niño en La Niña?
El Niño en La Niña zijn twee tegenpolen van een complex klimaatsysteem dat bekend staat als de El Niño–Southern Oscillation (ENSO). Dit systeem wordt vooral bepaald door temperatuurveranderingen van het zeewater in het centrale en oostelijke deel van de Grote Oceaan, ter hoogte van de evenaar.
Bij El Niño is het zeewater in dat gebied warmer dan normaal. Dat heeft wereldwijd gevolgen voor de atmosferische circulatie. La Niña is het tegenovergestelde: het zeewater is dan juist koeler dan gemiddeld. Deze schommelingen treden gemiddeld eens in de drie tot zeven jaar op en duren vaak enkele maanden tot meer dan een jaar.
Wereldwijde effecten, ook in Nederland merkbaar
Hoewel de temperatuurveranderingen plaatsvinden op duizenden kilometers van ons vandaan, heeft ENSO invloed op het wereldwijde weer. In Zuid-Amerika kan El Niño leiden tot hevige regenval en overstromingen, terwijl Australië en delen van Azië juist kampen met droogte. Maar ook in Europa en Nederland zijn effecten merkbaar – zij het subtieler en minder direct.
In Nederland wordt het weer in het voorjaar en de zomer voornamelijk beïnvloed door de positie van het Azorenhoog, de straalstroom en luchtstromingen vanuit het noorden of zuiden. ENSO speelt hierin geen hoofdrol, maar wel een bijrol die via grote atmosferische patronen impact kan hebben.
Wat merk je in het voorjaar en de zomer?
Volgens onderzoek van onder andere het KNMI en internationale klimaatmodellen zijn de effecten van El Niño en La Niña op ons lente- en zomerweer beperkt, maar soms wel aantoonbaar:
Tijdens El Niño-jaren is de kans op een warme lente iets groter. De straalstroom ligt dan vaak iets zuidelijker, waardoor hogedrukgebieden zich makkelijker boven Europa kunnen nestelen. Dit kan zorgen voor droog, zonnig weer in het voorjaar.
In de zomer kan El Niño echter ook leiden tot een wat wisselvalliger patroon. De kans op langdurige hittegolven is niet per se groter, maar periodes van droogte worden soms afgewisseld met hevige onweersbuien.
La Niña zorgt juist vaker voor een noordelijke straalstroom, wat in West-Europa kan leiden tot koeler en natter weer. In sommige jaren is dat effect sterker merkbaar in juni en juli.
Het is belangrijk om te benadrukken dat dit trends zijn, geen vaste regels. Andere factoren, zoals zeewatertemperaturen rondom Europa en de toestand van de poolwervel, kunnen het weerbeeld flink beïnvloeden.
Wat is de situatie in 2025?
In het voorjaar van 2025 zijn we volgens de meest recente analyses in een overgangsfase van El Niño naar neutrale condities, of mogelijk zelfs richting een La Niña. Dat betekent dat de directe invloed op het weer in Nederland waarschijnlijk beperkt blijft, maar toch rekening gehouden moet worden met een licht verhoogde kans op onstabiel zomerweer. De komende maanden geven weerinstituten zoals het KNMI en ECMWF meer duidelijkheid over de verwachte ontwikkelingen.
Conclusie
El Niño en La Niña mogen dan ver van Nederland plaatsvinden, hun invloed reikt tot in onze achtertuin. Hoewel de effecten op het Nederlandse weer niet altijd sterk of voorspelbaar zijn, kunnen ze het verschil maken tussen een vroege lente of een frisse zomer. Voor weerliefhebbers zijn deze fenomenen dan ook een fascinerend voorbeeld van hoe alles op aarde met elkaar verbonden is.